Mythen

Niet-Griekse mythe: de Noordse mythologie.

Ik heb gekozen voor de Noordse mythologie, omdat van deze mythologie veel minder bekend is dan bijvoorbeeld de Griekse mythologie. Dit komt, omdat de Griekse mythologie een paar honderd jaar langer stand heeft gehouden en er de meest volledige teksten van geschreven zijn. De Noordse mythologie maakt deel uit van de Germaanse mythologie. Hieruit zijn een aantal dagen van de week afgeleid. De niet-Griekse mythe gaat over Odin. Hij is de alvader, de 'oppergod', van de Noordse mythologie aan wie veel van de andere goden hun bestaan te danken hebben. Hij is onder andere de vader van Thor. In de Germaanse mythologie staat hij bekend als Wodan. De moedigste krijgers werden door de Walkuren opgehaald en naar Odin gebracht om samen met hem in Walhalla elke dag te trainen voor Ragnarok, de eindstrijd tussen reuzen en goden. De Walkuren ken ik nog uit De binocle van Louis Couperus. De Walkuren zijn in de Noordse mythologie de godinnen die op het slagveld op zoek zijn naar gesneuvelde helden om hen te begeleiden naar het Walhalla.

Mythe 1: Oppergod Wodan

Een van de mythen over het ontstaan van Sinterklaas en de viering ervan voert terug naar de Germaanse oppergod Wodan (ook Odin genoemd). Een god met een lange baard, een grote mantel en aparte muts met in zijn hand een soort speer. Hij reed op zijn achtbenige paard Sleipnir door de lucht met in zijn kielzog onder andere zijn hulpjes Eckhard en
Oel plus twee zwarte raven. De raven vertelden Wodan wat zij op de aarde hadden gezien en gehoord. Om Wodan gunstig te stemmen, offerden de mensen op de aarde worteltjes, vruchten, stro en ook dieren. Deze offers deden de Germanen in
schoenen, sokken, klompen of laarzen en zetten die bij de vuurplaats. Volgens de overlevering gluurde Oel door de schoorstenen om de offers te keuren. Soms daalde Wodan af door de schoorstenen van de huizen en strooide zaden om
vruchtbaarheid te bevorderen.

Vertegenwoordigers van de Rooms Katholieke kerk hebben er van alles aan gedaan om heidense feesten en rituelen een halt toe te roepen. De christenen mochten voortaan niet meer Wodan en Pan vereren, maar Sint Nicolaas, de vrijgevige bisschop uit Myra die stierf op 6 december 342.

De mythe roept bij mij dus overeenkomsten op met de verhalen over Sinterklaas en de viering ervan. De oude Sint Nicolaas met zijn lange baard, lange mantel en mijter rijdt met zijn paard over de daken en gooit pepernoten en cadeautjes door de schoorsteen. Zijn donkere knechten (pieten) houden sinterklaas op de hoogte over stoute en goede kinderen. Ik koppel hieraan een volgende mythe, namelijk de mythe van Sinterklaas.

Mythe 2: Sinterklaas, weldoener en bisschop

De tweede mythe is het verhaal van Nicolaos, een latere weldoener en bisschop. Nicolaos is een jongeman uit het Turkse Myrna met rijke ouders die in de derde eeuw wonderen verricht en een gulle schenker is. Wanneer Nicolaos rond 300 bischop van Myrna wordt, neemt zijn reputatie als redder in nood en weldoener verder toe.

Nicolaos overlijdt rond 342 en zijn sterfdag is 6 december. Na zijn dood verklaart de kerk hem heilig en krijgt Nicolaos het woord Sint voor zijn naam. Vandaar dat hij later ook wordt aangeduid met Sint Nicolaos (Sint Nicolaas). Overigens wordt Sint Nicolaas twee eeuwen later pas echt beroemd. Als beschermheilige van zeelieden die zeemannen in nood redde, doden tot leven wekte en als huwelijksbemiddelaar.

In het begin van de 10e eeuw nemen vervolgens Italiaanse zeemannen een groot deel van de stoffelijke resten van
Sint Nicolaas mee naar Bari (Italië) De zeelieden zagen hem namelijk als hun beschermheilige. En vanuit Bari verspreidden de wonderverhalen die Sint Nicolaas had verricht verder over Europa.

De verblijfplaats van zijn stoffelijke resten in de plaats Bari wordt ook door Thea Beckman genoemd in haar boek Kruistocht in spijkerbroek. Wodan is alwetend en Sinterklaas heeft zijn boek waar alles in staat. Hierin zie ik een
verwijzing naar de wet van karma, de wet van oorzaak en gevolg die zegt dat mensen zullen maaien wat ze zaaien. Ook de zak heeft een verband met karma: de mens wordt niet geboren als een onbeschreven blad, maar heeft een bagage bij zich die voorkomt uit vorige bestaans-toestanden.

Het grondmotief van deze beide mythen is de alwetendheid over goed en kwaad en de vrijgevigheid als beloning voor het goede. De mythen sluiten goed op elkaar aan, omdat er sterke overeenkomsten in worden genoemd. Achteraf snap ik wel waarom de vertegenwoordigers van de Rooms-Katholieke kerk hun best hebben gedaan om die heidense rituelen uit te bannen. Een belangrijk aspect van de verering van Odin was namelijk het offeren door ophanging. Ook werd gedacht dat zelfmoord door ophanging een snellere weg naar het Walhalla was. Ik kan me indenken dat dit voor gelovige priesters niet binnen het geloof paste.

geschiedenis-van-sinterklaas. (2016, januari 18). Opgeroepen op 11 februari 2016 van www.sinterklaarvieren.nl:
https://www.sinterklaasvieren.nl/lezen/geschiedenis-van-sinterklaas/mythe-2-sinterklaas-weldoener/

geschiedenis-van-sinterklaas/mythe-1-oppergod-wodan. (2016, januari 18). Opgeroepen op 11 februari 2016
van www.sinterklaarvieren.nl:
https://www.sinterklaasvieren.nl/lezen/geschiedenis-van-sinterklaas/mythe-1-oppergod-wodan/

Landman, A. (2016, januari 19). oorsprong-van-het-sinterklaasfeest. Opgeroepen op 9 februari van www.arendlandman.nl: https://www.arendlandman.nl/2010/11/oorsprong-van-het-sinterklaasfeest

wikipedia/noordse mythologie. (2016, januari 20). Opgeroepen op 9 februari 2016 van nl.wikipedia.org: https://nl.wikipedia.org/wiki/Noordse_mythologie

Griekse mythe: Adonis

Afrodite was niet alleen in de goden geïnteresseerd, ook knappe mannen trokken haar aandacht. Ze was vooral gesteld op een jongen die de allermooiste man was die ooit geleefd heeft. Hij heette Adonis. Hoe hij is geboren, is een verhaal apart. Daar begin ik mee.

Zijn moeder was een prinses met de naam Myrrha. Het meisje was een schoonheid om te zien en dat wist ze zelf het allerbeste! Ze vond geen man aantrekkelijk genoeg om met haar te trouwen. Erger nog was dat ze zei dat ze mooiere vlechten had dan Afrodite. Zoiets stoms moet je nooit bij godinnen doen. Die zijn snel beledigd en je kunt beter niet met hun woede te maken krijgen. Afrodite pikte die praatjes van Myrrha dan ook niet en ze zorgde dat de prinses verliefd werd op ... haar eigen vader. Alleen met hem wilde ze trouwen. Het spreekt vanzelf dat haar vader daar niets voor voelde. Daarom kroop ze 's nachts in het stikdonker bij hem onder de dekens. Hij dacht dat een van de dienstmeisjes bij hem was komen liggen... Totdat hij op een keer de olielamp aandeed en zijn eigen dochter zag. Hij was er ondersteboven van en pakte zijn zwaard om haar te doden. Zij sprong uit bed en holde weg, maar hij was sneller en haalde haar in. Doodsbenauwd bad zij tot Afrodite of die haar wilde vergeven en redden. De godin had toch wel medelijden met Myrrha en veranderde haar in een boom. Die boom is naar haar vernoemd en heet de mirreboom. Zulke bomen groeien alleen in warme landen en er komen druppels uit de stam die lekker ruiken. Deze druppels noemen we mirre.

Na negen maanden sprong de schors van de boom open en uit de scheur kwam een jongentje tevoorschijn. Hij zag er meteen zo fantastisch uit dat Afrodite hem voor zichzelf wilde houden. Ze was bang dat anderen hem zouden zien en verliefd op hem zouden worden. Daarom zorgde zij ervoor dat hij in het geheim werd opgevoed door de koningin van de onderwereld. Bij haar kon hij ongezien opgroeien. Toen Adonis oud genoeg was om de geliefde van Afrodite te worden en met haar te slapen, wilde Persefone, de godin van de onderwereld, hem niet laten gaan. Ze was intussen zelf van hem gaan houden. Afrodite en Persefone kregen slaande ruzie. Zeus moest eraan te pas komen om er een einde aan te maken. Hij besliste dat Adonis een derde van het jaar beneden moest blijven, en de andere negen maanden bij Afrodite in de bovenwereld mocht zijn. Dat vonden de godinnen wel een goed besluit.

Afrodite was dolgelukkig met haar knappe Adonis. Ze had voor niemand anders belangstelling. Haar vriend Ares had het nakijken: hij was niet meer welkom bij Afrodite. Uit wraak haalde hij een lelijke streek uit. Toen Adonis een keer op jacht was en in het bos van vermoeidheid in slaap was gevallen, stuurde hij een kolossaal wild zwijn op hem af. Zo'n beest is levensgevaarlijk, het heeft twee vlijmscherpe slagtanden. Het zwijn viel de slapende jongen aan en scheurde zijn buik open. Adonis was op slag dood. Het bloed stroomde over de grond. De witte rozen die daar groeiden, werden rood van al het bloed. Daarom bestaan er sindsdien zowel witte als rode rozen. Afrodite kwam te laat om haar gestorven lieveling nog te redden. Ze huilde hete tranen. Het enige dat ze nog kon doen, was hem begraven. Ook de moeder van Adonis, Myrrha, huilde. Uit haar stam kwamen de tranen als mirrekorrels tevoorschijn.

Het grondmotief is de onmogelijkheid van duurzame liefdesrelaties. De mythe gaat over de aantrekkingskracht tussen mensen en goden. Goden die elkaar niets gunnen en uit jaloezie overgaan tot allerlei acties waarbij de liefde het moet ontgelden.  Het verhaal was voor mij een bevestiging voor de uitdrukking 'Hij ziet er als een Adonis uit' waarbij iemand erg knap is. De uitdrukking hoor ik soms bij feestjes wanneer iemand er knap en mooi gekleed uitziet. Bij sommige
reclameboodschappen op televisie worden knappe mannen ingezet om de aandacht te trekken. Ik denk daarbij aan de koffiereclame met George Clooney die al vele jaren te zien is terwijl hij ondertussen toch ouder geworden is. Sommige mannen behouden blijkbaar hun sexappeal en zullen voor veel vrouwen de Adonis blijven. David Beckham is ook zo'n voorbeeld. Hij was al populair als voetballer, maar hij heeft daarnaast zichzelf als product op de markt gezet door zijn looks als Adonis te gebruiken voor extra reclame-inkomsten.

Ik vond het zeker interessant om over 'mirre' te lezen aangezien ik dit alleen kende van de verhalen uit de Bijbel. Ik weet nu dat het een gomhars is en uit een boom komt.     

De gebruikte taal is prettig leesbaar en dat komt vooral doordat de auteur zijn best heeft gedaan om er toegankelijke taal voor de jeugd van te maken. Het boek is geschikt om voor te lezen vanaf 8 jaar en om zelf in te lezen vanaf 10 jaar. De teksten worden met eenvoudige illustraties ondersteund.  

Dole, H. Van (2009). Op naar de Olympos! Verhalen over Griekse goden, helden en mensen. Nijmegen: Valkhof Pers