De jaren 50

Van Marga Minco heb ik Het bittere kruid gelezen. Op de cover is een brug te zien. Het boek is van uitgeverij Bert Bakker. De titel is ontleend aan Exodus 12:8. Daar wordt verteld over de instelling van het paasfeest als de Joden in Egypte zijn. Een van de voorschriften die in acht genomen moeten worden bij de viering, luidt : "Het vlees zullen zij dezelfde nacht eten; zij zullen het eten op het vuur gebraden, met ongezuurde broden, benevens bittere kruiden." In het boek Dave, Lotte en Marga over de mogelijkheden die ze hebben om onder te duiken. Marga moet dan plotseling denken aan het paasfeest dat ze altijd thuis vierden. Bittere kruiden slaat echter ook op de bittere tijd waarin het verhaal zich afspeelt.

Het boek gaat over de Tweede Wereldoorlog. De vertelde tijd is ongeveer vijf jaar. Het verhaal begint kort na de bezetting en eindigt niet lang na de bevrijding. 
Dit boek heeft een ik-verteller, de hoofdpersoon. De ik-verteller speelt zelf een rol in het verhaal. Het boek berust op waargebeurde feiten, maar de personages zijn fictief. Het boek heeft een abstract motief: angst. Het hele boek draait om angst: angst om meegenomen te worden door de Duitsers en angst voor de dood. Het hoofdthema in dit boek is onvrijheid. 
Ten eerste het toenemend isolement: de personages raken van het gewone leven geïsoleerd. Ten tweede de machteloosheid, dreiging en vervreemding. Alles wat bekend en vertrouwd was, wordt op den duur anders, vervreemd. Concluderend gaat het in het Bittere Kruid over de vervreemding van de mens die door de samenleving wordt uitgestoten.
Ook wordt in het boek duidelijk dat je als kwetsbaar kind toch kunt overleven.
 

De hoofdpersoon in het boek is een tamelijk zelfstandige dame, maar heeft geen naam. Ze is niet bang uitgevallen, omdat ze heel rustig blijft tijdens een razzia door de Duitsers.
Haar vader is een vrome Jood. Hij heeft een onverwoestbaar optimisme, dat aanstekelijk werkt. Hij denkt dat de Duitsers de Joden goed zullen behandelen en dat alles zo'n vaart niet zal lopen. 
Haar broer Dave is een opstandige jongen die goed beseft welk lot hun boven het hoofd hangt. Zodra hij hoort dat ze een ster op hun jas moeten naaien, gaat hij nog een keer naar buiten zonder ster. Hij wil nog even één dag gewoon zijn. In het verhaal komen ook de moeder, Lotte en Bettie voor, maar daar wordt weinig over verteld. Wel dat ze vooral zorgzaam zijn.  

Het boek heeft 90 pagina ’s. Het verhaal is chronologisch verteld. Er komen weinig tijdsprongen voor in Het bittere kruid. Het verhaal begint in mei 1940. Het gezin is het meest in Amsterdam, de ouders wonen er en de kinderen zitten er ondergedoken. Dave en Lotte wonen in Amersfoort.
Het Bittere Kruid speelt zich achtereenvolgens af in : Breda, Amersfoort, Amsterdam, Utrecht, het platteland bij Heemstede en Zeist. Een groot deel van het verhaal speelt zich binnen in huizen af. Voornamelijk in de onderduikadressen van de familie.

Het verhaal is qua stijl opgebouwd uit korte zinnen. De woordkeuze is vrij makkelijk, waardoor het verhaal goed te lezen en te begrijpen is. Er staat achter in het boek een woordenlijst van Joodse woorden die in het boek voorkomen. De ruimtes waar het verhaal zich in afspeelt worden best nauwkeurig beschreven, hierdoor kun je je een beeld vormen van de ruimte. In hoofdstuk 15 ‘De Mannen”, was de ik-persoon aan het tennissen tegen een muurtje. Ze sloeg geregeld de bal achter de schutting. Tussen hun tuin en de tuin van de buren was een smalle geul met aan weerszijden een schutting. Hier kon je net staan zonder gezien te worden. Toen ze een keer haar balletje daar aan het zoeken waren, ontdekte ze dat dit wel een goede schuilplaats was. Haar vader zou de dag erna de bladeren eruit halen zodat ze er beter konden zitten.
Dit is een goed voorbeeld van een nauwkeurig beschreven ruimte. Ik kan me er nu zelf wel iets bij voorstellen hoe deze geul ten opzichte van de huizen er uit zag. 

Ik vond het verhaal op sommige momenten best ontroerend, vooral omdat burgers zo kwetsbaar zijn in een oorlogssituatie. De ik-figuur heeft helemaal geen vrijheid en ze kan alleen maar denken aan vluchten, oorlog en onderduiken. Ik zou er niet aan moeten denken in dezelfde situatie te zitten. Het moment dat ze besloot te vluchten, moet heel moeilijk voor haar zijn geweest. Haar ouders liet ze daarmee achter. De personages en de gebeurtenissen vond ik erg geloofwaardig waarschijnlijk omdat veel op waargebeurde feiten is gebaseerd. Het verhaal zit goed in elkaar. Het is niet erg verwarrend en de verhaallijn is makkelijk te volgen. Er staan niet veel moeilijke woorden in het boek. Voor alle Joodse woorden is er achterin het boek een begrippenlijst.

De schrijfster, Marga Minco, is geboren op 31 maart 1920 in Ginneken. Ze is de enige van haar familie die de oorlog overleeft.  Haar hele familie werd gedeporteerd en kwam om.  Haar echte naam is Sara Minco. Haar voornaam Marga is een overblijfsel van haar onderduiknaam Marga Faes. Ze is getrouwd geweest met schrijver en dichter Bert Voeten. Haar werk bestaat voor een groot deel uit oorlogservaringen.  In 1985 is Het Bittere Kruid door Kees van Oostrum verfilmd.

De jaren 80

Boek 2: Hersenschimmen van J. Bernlef

De twee grote thema's in het verhaal zijn onzekerheid en ziekte. Dit wordt bevestigd met een aantal motieven. Maarten dwaalt door zijn ziekte steeds verder af van het normale leven. Hier wordt hij zelf heel onzeker van. Hij snapt niet wat er met hem gebeurt. Aan het begin heeft hij nog besef van zijn verminderende toestand, later niet meer. De verwarring blijft. Ook liefde is een thema. De liefde tussen Vera en Maarten is erg groot en sterk. Deze grote liefde is nodig om
voor haar man, die steeds verder aftakelt voor haar ogen, te kunnen zorgen.

Het boek "Our man in Havana" is een motief. Dit boek komt herhaaldelijk terug en hieraan kun je zien dat het steeds slechter met hem gaat. De eerste keer dat hij het ziet, weet hij niet dat het van hem is. Wel kent hij de schrijver en het verhaal en hij weet dat er een film van gemaakt is. Ieder keer als hij het ziet liggen, herinnert hij zich er steeds minder van. Ook taal is een motief. Hij weet steeds minder direct iets te zeggen en dit brengt hem in verwarring.  Hij kan ineens niet meer goed puzzelen en praten in het Engels lukt ook niet meer. Met zijn verlies aan taal, verliest hij de wereld om zich heen. Het derde motief is verdwijnen. De wereld om hem heen verdwijnt langzaam. Om het motief te versterken laat hij ook Maarten zelf dingen verdwijnen. Hij slaat bijvoorbeeld een ruit in en hij verbrandt foto's.Aan de oorlog denkt hij heel vaak in zijn flashbacks. Het vierde motief is de winter. Maarten heeft een hekel aan de winter, want dan verdwijnt alles in het wit en wordt het allemaal hetzelfde. Het verhaal speelt zich af in de winter om het verband te leggen tussen het verdwijnen van dingen in de winter en in Maartens' hoofd.

In het boek komen diverse personages voor. Maarten is de hoofdpersoon van het verhaal. Hij is degene die begint te dementeren. Vanuit zijn hoofd kijk je met hem mee hoe de wereld om hem heen verandert en steeds meer onbegrijpelijk wordt. Maarten is een oudere, gepensioneerde man. Hij heeft de oorlog meegemaakt en heeft zijn leven lang als secretaris gewerkt bij de IMCO, een bedrijf dat zich bezighoudt met vis. Hij was lange tijd verliefd op zijn pianolerares Greet. Zijn eerste meisje heette Karen. Hij is op jonge leeftijd getrouwd met Vera.

Samen met Vera kreeg hij 2 kinderen: Kitty en Fred. Met hen is hij naar de Verenigde Staten verhuisd. Daar zijn de kinderen opgegroeid, maar later zijn ze zelf weer terugverhuisd naar Nederland. Ook heeft hij een hond die Robert heet. Hij is heel gek op het beest en de hond lijkt een grote steun voor hem te zijn, aangezien hij Robert altijd herkent ondanks zijn toenemende verwarring. Vera Klein is de vrouw van  Maarten. Ze werkte in de bibliotheek. Ze zijn al bijna 50 jaar samen. Samen hebben ze veel meegemaakt zoals de oorlog vol honger en geweld, kinderen en emigreren. Ze is hierdoor ook een sterke vrouw geworden en ze verheugt zich erop oud te worden met Maarten. Ze merkt al snel dat er iets fout gaat met Maarten. Zodra ze begint te beseffen wat er gaande is, stort zij van binnen in elkaar, maar laat dat niet merken. Zeker wanneer Maarten haar moeder gaat noemen en haar niet meer herkent krijgt ze het te kwaad. Ze raadpleegt artsen en neemt uiteindelijke een hulp aan huis, hoewel ze Maarten liever zelf verzorgd had. Je leert haar kennen vanuit Maartens hoofd.  De kinderen van Vera en Maarten. Fred is de oudste, Kitty de jongste. Ze zijn toen ze klein waren naar de VS geïmmigreerd, maar later zijn ze allebei weer teruggegaan naar Nederland waar ze nu een gezinnetje hebben. Soms komen ze over naar Amerika. Er wordt verder niet veel over hen verteld in het verhaal.

Phil is de hulp die Vera in huis neemt om op Maarten te passen als zij even weg is. Ze is tot op een zekere hoogte
geïnteresseerd in wat Maarten verteld, maar ze kijkt liever tv. Maarten kan haar naam niet meer herinneren en vaak wordt ze beschreven als "blond meisje/blonde vrouw/vriendin van Kitty".
Dr. Eardly is de arts die Vera raadpleegt wanneer Maarten raar begint te doen. Dr Eardly constateert echter tot drie maal
toe niet dat hij aan het dementeren is, maar zegt dat hij gewoon wat foto's moet kijken en dat zoiets zal helpen tegen de vergetelheid op oude dag. Uiteindelijk schrijft hij ook medicijnen voor. Robert is de hond. Hij is erg belangrijk voor Maarten, en waarschijnlijk ook zijn laatste houvast in de wereld.
Karl is een collega van Maarten die ooit zelfmoord heeft gepleegd. Maarten hanteert bij het bezoek van de dokter de stelregels van Karl. Simmic gebruikte ze wanneer hij bij iemand doorhad dat het om achterliggende bedoelingen ging. De 'methode van Simmic' noemt hij dat en bevat drie regels:

Stelregel 1: herhaal met beleefde glimlach de woorden van je gesprekspartner terwijl je ter ondersteuning vriendelijk met het hoofd knikt. Tijdwinst is vooral aan het begin van het gesprek alles.

Stelregel 2: beleefdheid tot rituelen hoogten opvoeren. Zelfs als je het nergens mee eens  bent, begin met alles te
bevestigen, maar ontneem door veelvuldige herhaling meteen weer het bevestigende karakter aan wat je zegt. Zoals ; 'jajajajajaja'.

Stelregel 3: een vriendelijke trage opening, een gematigd middenspel en dan een eindspel dat snel en  agressief de buit binnenhaalt. Je gaat gewoon pissen en betreedt dan opnieuw het strijdperk waar je je tegenstander in opperste verwarring hebt achtergelaten.
William is de buurjongen die Vera een paar keer te hulp schiet. Hij is een beetje verlegen en wordt de hele tijd lastig
gevallen door Maarten die hem bier wil geven en vraagt hoe het met Kiss (het dode hondje) gaat. Kiss is vroeger doodgereden door een toerist.

Het verhaal is geschreven vanuit Maarten. Vanuit zijn hoofd kijkt de lezer met hem mee hoe de wereld om hem heen verandert en steeds meer onbegrijpelijk wordt. Het verhaal is ab ovo geschreven. Voor de rest speelt het zich in chronologische volgorde af met een groot aantal uitgebreide flashbacks. Aan het begin wordt er nog duidelijk geschreven, maar de gedachten gaan steeds meer sprongetjes maken en aan het eind zitten er gewoon grote gaten in.

Het verhaal speeltzich af in Glouchester, net boven Biston, in de Verenigde Staten. De voornaamste plek waar het speelt, is het huis van Maarten en Vera. Heel af en toe komen het strand, het huisje aan het strand en het verzorgingstehuis (aan het eind van het verhaal) voorbij.

Tussen het moment dat de eerste verschijnselen van dementie zich voordoen en het moment dat hij wordt opgenomen in een verzorgingstehuis zit maar een korte tijd. Dit is niet echt mogelijk, aangezien het proces van dementeren veel langer duurt.

Ik vond het verhaal eigenlijk heel schokkend. Ik had me niet gerealiseerd hoe het voor iemand moet zijn om de grip op de wereld te verliezen. In die zin is het boek echt geweldig om te lezen, juist omdat het vanuit Maarten is geschreven. Op die manier is het hele proces van aftakeling te volgen. Ook de personen erom heen laten goed merken hoe het is om met een dementerend persoon om te gaan. Welke moeite het geeft en welk ongemak het soms oplevert, wordt in het boek mooi omschreven. Ik vind het juist ook bijzonder, omdat dementie nooit aan de buitenkant van iemand te zien is. Het gaat om de gedachtenwereld van dementie en dit boek geeft daar openheid in.    

Boek 3: Zwaardvis van Hugo Claus

De titel van het boek is dus zeker niet letterlijk te nemen. Met de zwaardvis wordt Maarten bedoeld. Maarten weet heel wat van het vak Godsdienst af en zegt dan dat de Katholieken de vissers waren en Jezus de vis. Maar dan wel de mooiste, sterkste en slimste vis. Dan gaat hij nadenken over welke vis dat dan zou moeten zijn en dan komt hij uit op de
zwaardvis. Maarten vindt zichzelf ook een zwaardvis wat dus een metafoor is voor Jezus. 

Het thema is godsdienst en daarnaast ook tegenslagen in het leven en keuzes moeten maken. Het verhaal wordt niet chronologisch verteld, want het speelt zich dan weer voor de moord en dan weer na de moord af. Het is lastig om precies vast te stellen hoeveel tijd er verstrijkt in het verhaal. Achter op de kaft staat dat het maar een dag is, maar het lijkt allemaal langer dan een dag.  Het boek telt 95 bladzijden. Het lettertype is niet echt klein en er zijn geen illustraties. 

Je beleeft het verhaal door het hij/zij perspectief. Er zijn een aantal personages in het boek. Maarten is een jongetje van ongeveer negen jaar en komt het meest voor. Hj heeft lang haar, want hij wil op Jezus lijkenecht . Hij krijgt op school les over het Nieuwe Testament en raakt helemaal geobsedeerd door het geloof.  's Nachts leest hij stiekem in een boek en daar haalt hij de regels uit van hoe hij zijn leven moet leiden. Een ander personage is juffrouw Dora die hem de lessen Godsdienst geeft. Zij zegt wel dat ze misschien  verliefd op Maarten aan het worden is, maar ze is al behoorlijk oud en denkt binnenkort te sterven.  De moeder van Maarten, Sibylle, speelt een grotere rol in het verhaal. Zij is gescheiden van haar man Gerard. Ze heeft  geen vriend en leeft samen met haar zoon op de boerderij. Haar moeder komt op een dag op bezoek. 
Mijnheer Goossens is verliefd op Sibylle. Hij gaat ook later met haar naar bed. Hij is enerzijds beleefd, maar anderzijds ook veeleisend. Richard is de klusjesman bij Sibylle en Maarten. Hij kan het wel goed vinden met de twee en ondanks dat hij altijd dronken is, mag hij daar blijven werken. Hij is getrouwd met Julia, die hij later vermoord. Richard was vroeger veearts, maar is ontslagen toen hij medicijnen aan vrouwen gaf die eigenlijk voor dieren bestemd waren. Zodoende is hij in de gevangenis terecht gekomen. Hij lijkt in eerste instantie dom, maar als je hem beter leert kennen dan blijkt hij best slim te zijn en ook dronken. De commissaris die de mensen verhoort is een man die zich niet laat afleiden en zijn kalmte kan bewaren. Dit in tegenstelling tot agent mijnheer Lippens die snel zijn geduld verliest en dan wil gaan schreeuwen en slaan. 

De belangrijkste plaats is de boerderij. Sibylle en Maarten wonen daar, Richard werkt daar en meester Goossens komt daar ook nog in het verhaal. De boerderij lijkt verlaten en afgelegen. Een plek waar dingen kunnen gebeuren zonder
dat iemand er enig besef van heeft. 
Tijdens het lezen, vroeg ik me af wat die redeloze misdaad nu was. Door het zonderlinge gedrag van Maarten dacht ik in het begin dat hij iets ergs had gedaan. Het heen en weer springen in de tijd was best verwarrend. Pas aan het eind wordt duidelijk dat het om een moord gaat. Achteraf kan ik het wel waarderen, omdat je tot het eind in het ongewisse wordt gelaten over wat er nu is gebeurd. De jongen Maarten was best een goede afleider van de echte dader. 
Wat ik ook verwarrend vond, is het taalgebruik. Maarten praat wel over Sylvester Stallone, auto's, beeldschermen en AIDS, maar ook het woordje 'gij' komt erin voor en ook ouderwetse spelling. Over het algemeen vond ik het een redelijk saai boek. Echt interessant wordt het niet, behalve hoe de karakters zich gedragen. Maarten doet alsof hij Jezus is en heeft daar vergaande gedachten bij.  

De jaren 90

Boek 4: De reis van de lege flessen van Kader Abdolah

'De reis van de lege flessen' slaat op een herinnering aan zijn grootvader. In z'n huis was een eeuwenoude kelder met lege flessen. Opa vertelde dat de flessen verhalen vertelden over de doden en de geheimen van de mannen in het huis die er niet meer waren. Toen opa stierf, haalde oma alle flessen uit de kelder en wierp ze in de rivier, waar ze aan een lange reis begonnen. Deze herinnering kwam bij Bolfazl boven toen hij bij René een glas wijn dronk. Na een tijd stonden er veel lege flessen, die ook aan een reis zouden beginnen.

Het verhaal speelt zich af in een plaatsje aan de IJssel. Het verhaal wordt chronologisch verteld en af en toe afgewisseld met herinneringen van vroeger in Iran. Tussen het begin en het eind lopen enkele jaren. De ik-persoon 'Bolfazl' vertelt het verhaal. Het verhaal is een aaneenschakeling van gedachten en gebeurtenissen. 

Het thema van het verhaal is de moeilijke aanpassing die buitenlanders in een totaal ander cultuur als die van Nederland ondervinden. Terugkerende motieven zijn herinneringen van vroeger als houvast, het gekleineerd worden, onbegrip en onzekerheid. Er komen diverse personages in het boek voor:

· Bolfazl: hij is als vluchteling naar Nederland gekomen. Hij is een 33-jarige Iraniër en heeft moeite met de Nederlandse cultuur.
· René: de buurman van Bolfazl. Hij is de enige houvast die Bolfazl in het vreemde Nederland heeft. Als René later verhuist, heeft Bolfazl daar dan ook grote moeite mee.
· Moka Moka: de homofiele vriend van René. Deze speelt niet zo'n grote rol in het verhaal. Deze naam is door René verzonnen, omdat hij de Nederlandse naam van hem niet kon onthouden.
· Jacobus: de nieuwe buurman van Bolfazl. Hij is treinconducteur en verwoed fan van zendapparatuur. Bolfazl denkt zelfs dat hij de man is die op de trein zat toen Rene zich ervoor wierp. Als nieuwe buurman zal hij niet dezelfde band met Bolfazl krijgen, zoals René die met Bolfazl had.
· Miranda: de dochter van René. Zij wordt door Bolfazl Mietra genoemd. Als Bolfazl later in Groningen bij haar komt, doet ze hem denken aan het eerste meisje dat hij had in Iran.
· Mary Rose: de Mexicaanse vrouw van Jacobus. Toen haar vader in Mexico was gestorven, wilde de vrouw
van Bolfazl niet met haar praten, omdat haar Nederlands dan achteruit zou gaan. Bolfazl sprak wel met haar en putte hoop en rust uit haar. Waarschijnlijk omdat zij dezelfde aanpassingsmoeilijkheden doormaakte die hij
ook gekend had. 

Ik vond het een bijzonder boek, omdat ik nog niet eerder iets had gelezen van een allochtoonse auteur. Bovendien is het leuk om te lezen hoe buitenlanders over Nederlanders denken. De gewoonten van de Lage Landen komen stuk voor
stuk aan bod zoals de vrije seksuele moraal, vreemde samenlevingsverbanden, begrafenissen en crematies, slecht weer en raar eten. Abdolah wil ze niet zozeer belachelijk maken, maar laat ze op een buitengewoon grappige wijze zien. In de 'De reis van de lege flessen' is merkbaar dat de auteur niet op zoek is naar de verschillen tussen twee werelden, maar vooral naar de overeenkomsten. René en Bolfazl lijken heel verschillend van elkaar, maar toch ontstaat er een bijzondere band tussen hen. Ik vind dit uitgangspunt van de auteur buitengewoon plezierig, omdat verschillen vaak makkelijk te vinden zijn, maar het zijn overeenkomsten die zorgen voor verbinding, tolerantie en kunnen omgaan met elkaar.